Caitlin liep door het bos. ze had gehoord dat hier ergens een heel mooi meer was. Die wou ze wel even bekijken. Na een tijdje lopen zag ze het al liggen. wauw wat was het hier mooi. alles om het meer heen was groen met gekleurde spikkeltjes van bloemen erdoorheen en het water zelf was kristalhelder. Ze ging op haar hurken bij het water zitten en keek naar de bodem. ze zag allemaal mooie vissen zwemmen. Ze glimlachte en bekeek toen haar spiegelbeeld. Haar haar omlijste haar hoofd met glanzende lokken en in haar ogen zag ze het sprankelende water weerkaatst. Ze had een beige jurkje met eronder een paar witte schoentjes. ze deed die schoentjes uit en stak haar voeten in het water waardoor er flitsen in het water te zien waren van wegschietende vissen. ze ging liggen, keek naar de wolken boven haar en genoot van het moment.